Hoe kunnen onderzoekers het vertrouwen in onderzoek versterken? Tijdens de bijeenkomst Kenniscoalitie NPLV ‘Wat koop ík daarvoor?’ op maandag 11 november, georganiseerd door WijkWijzer, bogen onderzoekers, programmamedewerkers uit de focusgebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) en andere betrokkenen zich over deze vraag. Platform Stad en Wijk organiseerde twee thematafels. In de twee thematafels werden belangrijke inzichten gedeeld over de rol van onderzoekers in wijken en de manieren waarop zij vertrouwen bij bewoners en lokale partijen kunnen vergroten.
Rotterdam’s wijkgerichte onderzoeksmodel en onderzoek naar niet-stemmers
De eerste thematafel, geleid door David ter Avest, docent-onderzoeker bij de lectoraten Ecosociaal werk (Hogeschool Inholland) en Gebiedsontwikkeling en Transitiemanagement (Hogeschool Rotterdam), en Lex Veldboer, lector Stedelijk Sociaal Werk (Hogeschool van Amsterdam), richtte zich op de vraag of onderzoekers als vertrouwenspersonen kunnen fungeren. Dit werd belicht aan de hand van het onderwijs- en onderzoeksmodel van de Hogeschool Rotterdam. Deze hogeschool werkt niet meer uitsluitend vanuit een centrale locatie, maar vanuit kleinschalige wijklocaties. Dit model, dat onderzoekers, docenten en studenten direct in de gemeenschap plaatst, lijkt het vertrouwen in onderzoek te vergroten.
De tweede thematafel, onder leiding van senior onderzoeker Marianne van Bochove en onderzoeker Bernell Herder, beiden verbonden aan de lectoraten Grootstedelijke Ontwikkelingen en Public Governance (De Haagse Hogeschool), haalde lessen uit een onderzoek naar niet-stemmers in Nederlandse steden. Dit onderzoek, uitgevoerd in wijken met lage opkomstcijfers bij gemeenteraadsverkiezingen, liet onder meer zien hoe goede terugkoppeling bijdraagt aan vertrouwen in zowel de politiek als in onderzoek.
Vijf lessen voor vertrouwen in onderzoek
De thematafels leverden waardevolle inzichten op die onderzoekers kunnen gebruiken om het vertrouwen in onderzoek te vergroten:
1. Nabijheid
Het model van fysieke aanwezigheid in de wijken, zoals in Rotterdam, verkleint de afstand tussen onderzoekers en bewoners. Deze nabijheid maakt interactie laagdrempeliger en versterkt de relatie met de gemeenschap.
2. Wederkerigheid en gelijkwaardigheid
Samenwerking met bewoners en lokale partijen is het meest succesvol wanneer deze gebaseerd is op wederkerigheid en gelijkwaardigheid. Iedereen brengt iets unieks in en ieders expertise wordt erkend.
3. Continuïteit
Langdurige aanwezigheid in wijken leidt tot herkenbaarheid en vertrouwen. Onderzoekers moeten de tijd nemen om relaties op te bouwen en te onderhouden.
4. Terugkoppeling
Goed georganiseerde terugkoppelmomenten dragen bij aan vertrouwen. Het onderzoek naar niet-stemmers liet zien dat terugkoppelingen niet altijd effectief zijn als bewoners zich onvoldoende gehoord voelen. Het coachen van betrokkenen vooraf kan helpen om deze momenten constructiever te maken en het vertrouwen te vergroten.
5. Doorwerking
Maak met de opdrachtgever vooraf afspraken over hoe de resultaten van het onderzoek worden gebruikt. Wanneer onderzoeksbevindingen in een la verdwijnen, schaadt dat het vertrouwen van bewoners en andere betrokkenen.
Vertrouwen: een proces van voortdurende aandacht
Hoewel de thematafels waardevolle en inspirerende inzichten opleverden, brachten ze ook enkele belangrijke uitdagingen aan het licht. Hoe waarborg je bijvoorbeeld je neutraliteit als onderzoeker wanneer bewoners je als vertrouwenspersoon zien? En hoe implementeer je een wijkgericht model zoals in Rotterdam met beperkte middelen?
De thematafels lieten zien dat vertrouwen geen vanzelfsprekendheid is, maar een proces dat vraagt om voortdurende interactie, transparantie en betrokkenheid. Door in te zetten op nabijheid, wederkerigheid, continuïteit en te zorgen voor constructieve terugkoppelmomenten en duidelijke afspraken over impact, kunnen onderzoekers effectief bijdragen aan vertrouwen in onderzoek.
Door: Marwa El Baraka en Bernell Herder
