Masterclass 2: betekenisgeving en veranderingsprocessen

Veel vraagstukken in steden en wijken kunnen niet meer worden opgelost door één partij die van bovenaf de oplossing bedenkt. Er zijn vaak nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden nodig om veranderingen teweeg te brengen. Dat vergt nieuwe spelers, spelvormen en spelregels. Personen en organisaties moeten daar dan echter wel open voor staan. Het gedachtegoed van Karl Weick (1936), een vooraanstaande Amerikaanse wetenschapper op het gebied van organisaties en organisatiegedrag, kan daarbij helpen.

Tijdens deze tweede masterclass Veranderkunde gaven Josje Dikkers (lector Organiseren van Waardig Werk, Hogeschool Utrecht) en Leike van Oss (organisatieadviseur bij het bureau Organisatievragen) meer inzicht in ‘sensemaking’, oftewel betekenisgeving. Een van de belangrijkste processen om te kunnen begrijpen waarom en hoe mensen (en organisaties) reageren op bepaalde situaties.

Screenshot2 masterclass2

 

Betekenisvolle context
Weick laat zien dat er meerdere werkelijkheden zijn, omdat mensen een eigen beeld van de werkelijkheid creëren. Dit doen ze op basis van hun omgeving, hun eerdere ervaringen en in interactie met anderen. Hoe iemand bijvoorbeeld aankijkt tegen armoedebestrijding of duurzaamheid is afhankelijk van onder andere de omgeving waarin iemand is opgegroeid, zijn/haar opleiding, werkervaring en vriendenkring. Dat zorgt ervoor dat je een situatie altijd betekenis geeft op basis van eerder geleerde patronen. Dus of het nu om een afbeelding, een ontmoeting of een beleidsvoorstel gaat, mensen interpreteren dat altijd door hun eigen bril. Je aanschouwt het met de ervaringen die je al eerder hebt gehad. Met wat je weet (en niet met wat je nog niet weet). Dat is een logische menselijke reactie omdat dit zekerheid biedt en veel tijd en denkvermogen scheelt. Er is met andere woorden sprake van een vertrouwd geheel: je snapt de context, je snapt hoe je je moet gedragen en je weet hoe anderen zich gedragen.

Het gaat goed zolang hetgeen je ziet en ervaart ook overeenkomt met eerdere gebeurtenissen. Als er sprake is van een stabiele context. Maar bij bijvoorbeeld organisatieveranderingen of het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden krijg je vaak te maken met nieuwe personen die er een ander werkelijkheidsbeeld of perspectief op na houden. Als in een veranderingstraject onvoldoende rekening wordt gehouden met deze verschillende wereldbeelden, is zo’n proces gedoemd te mislukken. Immers, als een situatie onbekend is en niet vertrouwd aanvoelt, zullen weinig mensen tot actie overgaan.

Het is dan van belang om mensen bewust te laten worden van hun eigen betekenisgevingsprocessen en daarmee hun beperkte werkelijkheid. Om die verschillende werelden dichter bij elkaar te brengen zal er ruimte moeten zijn voor het sociaal relationeel interactieproces waarin men leert hoe men zich tot elkaar verhoudt. Om zo elkaars inzichten de delen, elkaars taal te leren spreken en nieuwe spelregels te bedenken. Alleen door dit soort interacties bestaat er een kans dat de betekenisgeving en daarmee het denken en handelen van personen verandert.

Loose en tight coupling
interactionAls je deze interactie niet organiseert, blijft iedereen in zijn eigen bubbel. Er is dan weinig verbinding en begrip voor anderen. Er is eerder sprake van vervreemding. Weick noemt dit ‘loose coupling’. Het gaat dan bijvoorbeeld om twee mensen of organisatieonderdelen die weinig gemeen hebben en ook zonder elkaar kunnen bestaan.

Daar tegenover staat de zogenaamde ‘tight coupling’. Daarvan is sprake als mensen veel met elkaar gemeen hebben, begrip voor elkaar hebben en elkaars taal spreken. Denk aan een afdeling binnen een bedrijf of een bepaalde vakdiscipline. Stedenbouwers hebben bijvoorbeeld onderling vaak genoeg aan een paar woorden omdat ze hetzelfde referentiekader hebben. Dat geldt ook voor opbouwwerkers. Het wordt echter al moeilijker als je beide ‘bloedgroepen’ aan één tafel zet. Om dan toch aan een gezamenlijk doel te kunnen werken is het van belang om te werken met een verbindende persoon met legitimiteit in beide werelden en door het eerder genoemde interactieve proces te starten.

Die verbinding en beoogde veranderingsprocessen gaat echter in kleine stappen. Routines en ingesleten patronen zijn immers niet van de een op de andere dag aan te passen. Betekenis ontstaat namelijk achteraf, dus na het handelen. Nieuwe ervaringen zijn dus nodig voordat er daadwerkelijk sprake zal zijn van verandering.

De presentatie van Leike van Oss is hier te downloaden. Binnenkort verschijnt hier ook de video van de gehele masterclass.

Kijktip: voor wie meer inzicht wil in hoe mensen verschillende betekenissen geven aan (het leven in) stadswijken wordt aangeraden de documentaire ‘Terug naar de Akbarstraat’ te kijken van Felix Rottenberg over de Amsterdamse Kolenkitbuurt.

Deze tweede masterclass werd georganiseerd in samenwerking met het lectoraat Organiseren van Waardig Werk (Hogeschool Utrecht). De reeks masterclasses zijn een initiatief van Maaike Miedema (adviseur Hogeschool Inholland) en Gertjan de Groot (docent Hogeschool van Amsterdam). Dit naar aanleiding van het boek Plekken van hoop en verandering dat het Platform Stad en Wijk in september 2019 uitgaf en gratis is te downloaden. Hierin beschrijven tien lectoraten van acht verschillende hogescholen hun onderzoeksbevindingen over lokale samenwerkingsverbanden die veranderingen proberen te weg te brengen in vastgeroeste routines, denk- en werkwijzen.  

Op donderdag 29 oktober volgt nog één masterclass over verandertrajecten. De masterclasses zijn gratis en los van elkaar te bezoeken. U dient zich echter wel vooraf aan te melden.

Een gedachte over “Masterclass 2: betekenisgeving en veranderingsprocessen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s