Verslag Arts-Based Research bijeenkomst

Deelnemers van de bijeenkomst visualiseren hun ideeën op een canvas.

Lang niet alles is in woorden te vatten. Onderzoekers in het sociaal domein, die bijvoorbeeld werken met dementerende ouderen en mensen in armoede of eenzaamheid, worden hier veelvuldig mee geconfronteerd. Verhalen, muziek, poëzie, dans, beeldende kunst en audiovisuele media kunnen dan goede tools zijn om op een andere manier informatie op te halen en te delen. De vraag is hoe deze kunstgerichte benadering meer geïntegreerd kan worden in praktijkgericht onderzoek en hoe onderzoekers dit meer op de agenda kunnen krijgen. Hierover ging een bijeenkomst die Platform Stad en Wijk op vrijdag 3 juli organiseerde rondom Arts-Based Research (ABR). Dit was een bijeenkomst op uitnodiging met onderzoekers en anderen die werken met arts-based methoden. Het doel van de bijeenkomst was dus niet zozeer om een introductie of uiteenzetting te geven over ABR maar om juist ontmoeting en (verdiepende) uitwisseling te faciliteren. En om te buigen over de uitdagingen die betrokkenen tegenkomen.

Opzet
De bijeenkomst bestond uit drie opeenvolgende presentaties van onderzoekers die zich bezighouden met arts-based research, met vervolgens een discussie van dilemma’s en vraagstukken. Eerst introduceerde Erik Jansen (associate-lector Capabilities in Zorg en Welzijn, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) het methodisch kader en redenen waarom het waardevol is om kunst te gebruiken in (praktijkgericht) onderzoek. Vervolgens presenteerde Sofie Sergeant (hoofddocent Burgerschap & Inclusie en senior onderzoeker bij het lectoraat Jeugd, Hogeschool Utrecht) over de positie van ABR binnen het wetenschappelijk landschap, en beschouwde zij dit vanuit vier begrippen (embodiment, ongemak, verbinding en meervoudigheid van stemmen). Als laatste illustreerde Gustaaf Bos (onderzoeker en universitair docent, Universiteit voor Humanistiek) hoe arts-based methoden toegepast kunnen worden binnen onderzoek. Binnen zijn project WAVE worden mensen met een verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag ondersteund door met behulp van kunstmethoden ruimte te maken voor de emoties, verbeelding, intuïtie en morele kennis van alle betrokkenen.

Arts-based onderzoek als kennis- en praktijkontwikkeling
Tijdens de eerste presentatie gaf Erik Jansen de volgende definitie van ABR: praktijkgericht arts-based research maakt gebruik van kunst om bij te dragen aan het oplossen van concrete vraagstukken uit de dagelijkse beroepspraktijk (zie presentatie ‘Arts-based onderzoek als kennis- en praktijkontwikkeling’). Er zijn verschillende redenen waarom men kunstmethoden hiervoor inzet. Zo zijn er pragmatische redenen; kunst kan gebruikt worden als toegankelijk, laagdrempelig, motiverend en inspirerend middel. Het is inclusiever en gaat participatiemoeheid tegen. Ten tweede zijn er ‘ontologische’ redenen; artistieke activiteiten zijn vormen van ‘zijn’ en ‘doen’. Artistieke werkvormen creëren een (al dan niet tijdelijke) betekenisvolle ruimte voor een gedeelde ervaring. Deze gedeelde ervaring kan een gelijkwaardige basis vormen voor verdere dialoog of handelen. Ten derde zijn er ‘epistemologische’ redenen om kunst te gebruiken in onderzoek; kunst is een vorm van kennis. Het geeft uitdrukking aan het onzegbare, het prikkelt ‘abductief’ redeneren (vanuit intuïtie), en het is intersubjectief (het zegt iets over de relaties tussen mensen, en tussen mensen en ‘dingen’). Als laatste zijn er ethische redenen waarom er arts-based research ingezet wordt; kunst heeft een constructieve waarde. Dat wil zeggen dat het waarde creëert en sociale en psychologische effecten veroorzaakt. Kunst stelt bepaalde groepen in staat om gelijkwaardig deel te nemen aan de vorming van collectieve betekenisgevende hulpbronnen. Kortom: al deze aspecten kunnen waardevol zijn bij het onderzoeken van menselijk handelen en ervaren voor de betekenisvolle verandering van de sociale werkelijkheid van beroepspraktijk en samenleving.

Van inclusief naar transdisciplinair werken
De volgende presentatie ging over het promotieonderzoek van Sofie Sergeant (zie presentatie ‘Van inclusief naar transdisciplinair in een Cabrio’). Hiervoor werkte ze met een ‘transdisciplinair’ team, bestaande uit onderzoekers met ervaringskennis, professionele kennis en wetenschappelijke kennis. Ze haalde drie argumenten aan waarom ze hiermee werkt; ten eerste zorgt het voor meerdere perspectieven uit de praktijk en de theorie (inhoudelijk argument). Ten tweede is hier een normatief argument voor op gebied van rechten en medezeggenschap. Ten derde het instrumentele argument; het zorgt voor groter draagvlak. Een van de centrale vragen binnen het onderzoek was: “Wat zijn de voorwaarden en noodzakelijke ingrediënten voor transdisciplinaire samenwerking?’. Uit het onderzoek bleek vervolgens dat multi-zintuiglijke communicatie, dus arts-based research, een belangrijk onderdeel zou moeten zijn van transdisciplinaire samenwerking. Vier thema’s spelen hierbij een rol. Ten eerste ‘embodiment’: hoe mensen ideeën, gevoelens en verhalen uitdrukken via hun lichamen, in verschillende vormen (bv. via foto’s, dansen, of tekeningen). Ten tweede ‘ongemak’: onderzoekers maken onderdeel uit van het proces, in plaats van dat zij erbuiten staan zoals bij traditionele methoden. Ten derde ‘verbinding’: ABR zorgt voor sterkere en snellere verbindingen tussen onderzoekers en respondenten. Een laatste thema gerelateerd aan ABR binnen het promotieonderzoek is ‘meervoudigheid van stemmen’: het inzetten van diverse methoden voor het verzamelen van data vergroot de mogelijkheid om andere kennis te ontdekken. Meer weten over dit bijzondere onderzoek? Ook dit kan via verschillende (arts-based) manieren: het proefschrift, een film en een podcast

Kennis-maken in complexe zorgpraktijken
Vervolgens illustreerde Gustaaf Bos hoe arts-based research toegepast kan worden in de praktijk (zie presentatie ‘Kennis-maken in complexe zorgpraktijken’). Binnen het project WAVE worden kennis en vaardigheden van buitenstaanders benut bij het ondersteunen van mensen met verstandelijke beperkingen en moeilijk verstaanbaar gedrag. Hierbij werd er veelal gebruik gemaakt van kunstmethoden. Binnen dit project was de persoonlijke betrokkenheid van de ‘outsider-onderzoekers’ de basis. Daarnaast stonden openheid en experimenteren centraal, en recht doen aan verwarring, complexiteit en traagheid. Samen met de cliënten ontwikkelden deze ‘outsider-onderzoekers’ verschillende tools en/of activiteiten, zoals een animatiefilm, een verhalenbundel, bouwblokken voor volwassenen (om te spelen met spanningsopbouw), en muziek. In het najaar van 2022 zal over dit project de leermodule ‘Ik en de ander in complexe zorg’ verschijnen, diverse artikelen, een rondreizende expeditie, een catalogus en twee podcasts (hou hiervoor de website van WAVE in de gaten).

Dialoog over vraagstukken en dilemma’s
Vervolgens gingen de deelnemers in gesprek over de vragen die zij hadden op gebied van arts-based research, zoals “hoe geef je intuïtie een plek in de wetenschappelijke wereld?” en “welke plek kan ABR hebben binnen het onderwijs”? Uiteindelijk gaven de deelnemers de prioriteit aan het bespreken van twee vragen: 1) Hoe kan academische kennis bestaan zonder verbale vorm/taal? en 2) Hoe kun je ABR gebruiken om een ‘third space’ (veilige onderzoeksruimte) te creëren? Vervolgens visualiseerden de deelnemers hun associaties met een van deze twee vragen op een canvas. De deelnemers waren aan het eind van de sessie echter nog lang niet uitgepraat. Al met al genoeg reden om de dialoog over deze bijzondere methodiek in de toekomst voort te zetten!

Plaats een reactie