E-magazine Participatiemoe(d)

Organisaties hebben vaak de wens burgers en ondernemers via participatieprocessen te betrekken bij de planvorming van diverse projecten. Bij zowel burgers als diverse organisaties zien we echter een vorm van ‘participatiemoeheid’ de kop opsteken. Met verzuchtingen over de opzet, inzet en uitkomsten van participatietrajecten. Gezien de weerbarstige ervaringen met participatie en de vele toekomstige opgaven in steden en wijken is het van belang om deze participatiemoeheid verder te duiden en te kijken naar een medicijn. In het afgelopen half jaar heeft Platform Stad en Wijk hier onderzoek naar gedaan onder zowel burgers als professionals en hebben we de kennis van diverse lectoraten gebundeld in het e-magazine Participatiemoe(d) met onder andere artikelen, columns en interviews.

Stedelijke vernieuwing en het recent sterk opkomende thema van verduurzaming in wijken zijn klassieke thema’s die burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties raken en waarbij zij graag gehoord willen worden. Naast de formele democratische structuren is daarom de afgelopen decennia een bont bouwwerk neergezet van burgerparticipatie. Dat gaat van traditionele inspraakavonden, tot buurtbudgetten en wijkraden. Digitale participatie wordt daarbij steeds belangrijker. Ook in de nieuwe Omgevingswet staat participatie centraal. Hoewel de literatuur hoopvol is over de mogelijkheden hiermee de ‘collectieve intelligentie’ van de maatschappij te mobiliseren en te zorgen voor betere en meer gedragen besluiten is de werkelijkheid vaak weerbarstiger. 

In navolging van de vele kritieken op de ‘participatiesamenleving’, die vaak gaan over de te hoge verwachtingen van actieve burgers, zien we in het domein van de beleidsparticipatie een vorm van ‘participatiemoeheid’ de kop opsteken. Deze speelt zowel aan de kant van de burgers als aan de kant van professionals. De eerste groep is vaak gefrustreerd over de grote hoeveelheid tijd die participatieprocessen kosten en de geringe ‘opbrengsten’. Processen van participatie zijn voor deelnemers vaak onduidelijk en frustrerend waardoor ze snel afhaken. Dit geeft een kleine groep wel actieve burgers een buitengewoon grote invloed. Dit is vaak één van de argumenten die gemeenteambtenaren tegenstaan bij participatie: de dominantie van de usual suspects. Daarnaast zitten zij in een lastig parket: hoe benut je en breng je de input van deze participatieve vormen van democratie onder in de politieke systemen die gericht zijn op de representatieve democratie? 

Platform Stad en Wijk – een samenwerkingsverband van zestien lectoraten van elf verschillende hogescholen – constateert dat professionals en burgers vol goede moed aan de slag gaan met participatie, maar dat de ervaringen en resultaten op veel plekken weerbarstig en tegenvallend zijn. In het licht van de vele ruimtelijke en sociale uitdagingen in stadswijken is er wat ons betreft daarom een urgentie om deze participatiemoeheid verder te duiden én te kijken naar een medicijn. In het magazine Participatiemoe(d) leest u verschillende visies, meningen en onderzoeksresultaten over burgerparticipatie. Aan de hand van artikelen, columns, video’s, een vragenlijst, interview, essay en podcast laten diverse onderzoekers van hogescholen hun licht schijnen over de manier waarop professionals en burgers kennis en ideeën kunnen uitwisselen. Dit doen zij op basis van praktijkgericht onderzoek dat zij in hun eigen stad hebben uitgevoerd. Dit betekent dat hun onderzoek en interventies in een directe afstemming met de praktijk worden ontwikkeld, samen met onder andere bewoners, gemeenten, ondernemers, welzijns- en zorginstellingen. In het magazine hebben we deze lessen gebundeld om vervolgens in het laatste artikel te reflecteren op al deze bevindingen. Een magazine over frustraties, moed en alles wat daar tussenin zit.

Veel leesplezier!

Een gedachte over “E-magazine Participatiemoe(d)

  1. Met interesse heb ik het magazine gelezen. Interessant leesvoer maar toch moeten mij drie dingen van het hart die in de artikelen zijdelings genoemd worden maar naar mijn mening onvoldoende belicht worden. Vanzelfsprekend praat en schrijf ik vanuit mijn eigen situatie, actieve bewoner en secretaris van de Bewonersorganisatie Oosterparkwijk in Groningen. Groningen is een van die steden waar het proces van burgerparticipatie al een fors aantal jaren geleden is ingezet. De resultaten van het beleid zijn wisselend maar het inzetten van gebiedsteams in de wijken werkt in onze wijk zeer goed. Een Gebiedsteam bestaat uit ambtenaren van diverse departementen o.l.v. een gebiedsmanager en een gebiedssecretaris. Het team heeft een redelijk budget. Dit budget is de smeerolie in de wijk. Alle specifieke wijkproblemen en aanpassingen worden veelal uit dit potje gebruikt. Er zijn diverse ingangen om bij dit geld te komen die redelijk breed bekend zijn. Het verhaal over de gekleurde bankjes in een wijk in Amsterdam zal bij ons misschien wel spelen maar de Gebiedsteam manager lost dat dan intern op. Daar hoeven wij ons als bewoners niet echt druk om te maken. Maar nu de drie punten:

    1) GELD: hoewel kleinschalig (van verkeersdrempels tot speeltoestellen, extra groen of extra activiteiten het bij ons redelijk tot goed geregeld is lopen we als bewoners altijd vast op grote projecten. En dan is altijd het kernwoord GELD. Dan praten we dus niet over 10.000 of zelfs 100.000 euro Dan praten we over de echt grote bedragen. De echt grote aanpassingen en transities in de stad gaan over geld. Financiële afspraken tussen projectontwikkelaars en Gemeente, tussen bouwbedrijven en Gemeente worden gemaakt voordat bewoners ook maar iets in te spreken hebben. Dan ligt er al een financiële onderbouwing voor wat voor project dan ook en feitelijk blijft er dan maar heel weinig speelruimte voor bewoners over. Want die spelruimte kost een Gemeente dan bijna altijd geld.

    2) ONVOLDOENDE KWALITEIT OF KENNIS IN DE GEMEENTERAAD: toevallig heb ik twee grote dossiers in mijn takenpakket. Dat kost mij als actieve bewoner heel veel tijd. Het leren lezen van de stukken, de hoeveelheid stukken, de gesprekken, enz enz. Een gemeenteraadslid heeft echter geen 2 maar meer van dit soort dossiers. En in Nederland is gemeenteraadslid zijn een bijbaantje wat vaak naast een betaalde baan wordt gedaan. Regelmatig betrap ik er gemeenteraadsleden op dat zij minder van dossiers of de bijbehorende wetgeving op de hoogte zijn dan actieve bewoners (ik heb het hier dus zeker niet alleen over mijzelf). Zeker bij grotere dossiers zijn er vaak meerdere bewoners bij betrokken die zelf hun eigen kennis en netwerk meenemen en daardoor goed tot zeer goed op de hoogte zijn van achterliggende cijfers, wetgeving enz.

    3) THE USUAL SUBPECTS: Ik ben er dus zo eentje. Zo iemand die vaak aan zo’n tafel zit. En daar zijn heel veel wijkbewoners en bewonersgroepen erg blij mee. Want voor hen is vaak de eerste en enige keer dat ze op deze wijze met de gemeente te maken hebben. En zijn ze heel blij met met een bewonersorganisatie die het klappen van de zweep kent, weet bij wie ze moeten zijn en een uitgebreid netwerk hebben wat ze voor deze groep bewoners kunnen inzetten. Want helaas is dat dus wel nodig. Zoals ik al in het begin schreef, een extra bloemperkje, een speeltoestel, verkeersdrempels, dat is na inspraak van de buurt bij ons redelijk vlot en zonder veel gedoe te regelen. Maar bij de grotere projecten komt kennis van hoe het gaat, hoe en wanneer je inspraak moet krijgen enz enz heel goed van pas. En alleen Usual Suspects hebben die kennis.

    Like

Plaats een reactie