Armoede en gezondheid in samenhang benaderen

Armoede en een slechte gezondheid gaan vaak samen, en ze versterken elkaar. Gemeenten kunnen het leven van mensen verbeteren met een samenhangende aanpak. Een verslag van twee inspirerende colleges en een levendig groepsgesprek.

‘De gezonde stad’, luidt de titel van de Atriumlezing op 24 mei 2018 die de VNG organiseert in samenwerking met Platform Stad en Wijk. De toehoorders worden deelgenoot van een andere kijk op gezondheid en gezondheidsverschillen. Ook wordt duidelijk dat er voor gemeenten en hogescholen veel is te halen uit samenwerken.

Gevarieerd gezelschap
Gespreksleider Rienk Janssens van de VNG begint met een rondje inventariseren uit welke hoek de deelnemers komen. Het is een gevarieerd gezelschap: er zijn bestuurders, medewerkers van wijkteams, mensen uit de schuldhulpverlening, en ambtenaren uit de hoek van de Omgevingswet. Een onderwerp dat de domeinen overstijgt, en dat iedereen raakt. ‘Het gaat ook over onszelf,’ zegt Janssens.

Gezonde stad
atriumlezing-20180524-3Joop ten Dam is lector De Gezonde Stad van de Hogeschool Windesheim. Het lectoraat past bij het moderne onderwijs: niet gericht op één keer een vak leren voor de rest van je leven, maar steeds jezelf en je vak blijven vernieuwen.

Het lectoraat De Gezonde Stad doet praktijkgericht onderzoek naar het verkleinen van gezondheidsverschillen, het bevorderen van een gezonde levensstijl, het creëren van een gezonde omgeving, en naar preventie, zorg en epidemiologie van overgewicht en obesitas.

Ten Dam werkt met zijn lectoraat intensief samen met de gemeente Zwolle. De stad heeft een aanpak voor het bevorderen van een gezond gewicht, sport en bewegen en gezonde voeding, speciaal gericht op twee achterstandswijken.

Ten Dam en zijn studenten monitoren de resultaten en onderzoeken welke instrumenten (niet) werken en ze verbinden wat er plaatselijk gebeurt aan landelijke ontwikkelingen. ‘We proberen verbindingen te leggen tussen het publiek, beleid, wetenschap en de praktijk van preventie en zorg.’

Grote gezondheidsverschillen
Ten Dam toont cijfers van het CBS waaruit blijkt hoe groot gezondheids-verschillen zijn. Hoogopgeleiden leven gemiddeld 7,3 jaar (mannen) en 6,4 jaar (vrouwen) langer dan laagopgeleiden. Ook leven hoogopgeleiden ongeveer 15 (!) jaar langer zonder beperkingen.

levensverwachting

De slechtere gezondheid van laagopgeleide mensen is te verklaren uit een riskantere leefstijl en een gevaarlijker leefomgeving. Zij hebben 50% meer kans om voor hun 65ste te overlijden dan hoogopgeleiden. Een slechte gezondheid is een belangrijk element in de opstapeling van problemen waar mensen soms mee te maken hebben. Na eeuwen van dalende gezondheidsverschillen, is sinds de jaren ’50 weer een stijging ingezet.

‘Rijke mensen hebben een leuker leven met vakanties en een fijn huis. Dat kun je oneerlijk vinden, maar dat is een ander onderwerp. Dat rijke mensen ook veel langer en gezonder leven is niet te accepteren,’ zegt Ten Dam. Dat er iets moet worden gedaan, is niet enkel een kwestie van rechtvaardigheid, het is ook in ieders belang. Gezondheidsverschillen veroorzaken maatschappelijke kosten (zorg, uitkeringen). Maar hoe kun je het keren?

Omkering
Ten Dam legt uit dat preventieve acties om gezondheid te versterken nauwelijks effect hebben bij mensen met weinig geld en opleiding. Mensen hebben er geen aandacht voor. ‘De dagelijkse stress van armoede belet mensen om iets te doen aan hun gezondheid. Ze hebben er in hun hoofd geen ruimte voor,’ zegt Ten Dam. Dit vraagt een omkering: om gezondheidsverschillen te verminderen, moet je beginnen aan de kant van armoede.

model armoede-stress-gezondheid

Ten Dam vertelt over de schaarste-theorie van twee Amerikaanse onderzoekers die ontdekten dat leven in schaarste mensen letterlijk minder slim maakt. Door het van dag tot dag overleven, gaan mensen lijden aan chronische stress. Ze krijgen een tunnelvisie en gaan slechtere – louter op de korte termijn gerichte – beslissingen nemen. Ten Dam: ‘Dit geldt voor financiële schaarste en ook voor tijd-tekort, wat in kringen van hoogopgeleiden vaker voorkomt. Trekt u zelf de parallellen.’

Chronische stress is een psychisch en een lichamelijk proces: chronisch te veel van het stresshormoon cortisol in je bloed is op zichzelf ook (weer) een bedreiging van je gezondheid. Alles bij elkaar zijn de gevolgen verwoestend. Mensen met chronische stress door schaarste worden impulsiever, verliezen het overzicht, kunnen problemen niet goed analyseren en verliezen het geloof in eigen kunnen. Het is een belangrijk inzicht voor het beleid en de aanpak van gemeenten.

Een interessant project in Meppel
Het project De Geweldige Wijk in Meppel is gestoeld op de schaarste-theorie en bedoeld om problemen door armoede te verminderen. Het project verbindt hulpvragers, hulpgevers, vrijwilligers en alle organisaties in een wijk door middel van een app.

Een bewoner die -bijvoorbeeld- een kinderbedje nodig heeft, kan in de app vragen of iemand kan helpen. Het contact verloopt in eerste instantie digitaal en later ook fysiek.

De opzet is dat hulp en sociale interactie leiden tot meer rust en vermindering van stress, en door het versterken van mentale fitheid (veerkracht) tot een gezondere leefstijl. Een klankbordgroep van gebruikers en deelnemende organisaties die de mentaliteit in Meppel goed kennen, geeft feedback en denkt mee, vertelt Carin Cuijpers die de methode ontwikkelde.

‘Je kunt dit alleen doen in co-creatie.’ De eerste ervaringen zijn positief. ‘We zijn nu zover dat we op zoek gaan naar andere gemeenten die willen aanhaken.’ Het Lectoraat De Gezonde Stad monitort de resultaten.

Herkenbare problematiek

  • Oene Akkerman, wethouder Steenwijkerland, meldt zich meteen aan. Hij is geïnteresseerd geraakt en herkent het probleem dat de traditionele aanpak van schuldhulpverlening en armoedebestrijding onvoldoende uithaalt.
  • Ankie van Tatenhove, demissionair wethouder van Lansingerland, zegt dat de schaarste-theorie voor haar een eyeopener is. Zij vraagt zich af hoe de gemeente mensen met deze problemen kan bereiken, en wat hen kan stimuleren zelf een hulpvraag te stellen.
  • Carin Cuijpers legt uit hoe dit in Meppel in z’n werk gaat: een vertrouwenspersoon, bijvoorbeeld van het sociaal wijkteam, is essentieel om mensen in armoede op het programma aan te sluiten. Ze krijgen uitleg over wat stress doet met je hoofd en over het programma. Vervolgens installeren ze de app die de mogelijkheid geeft laagdrempelig een vraag te stellen. Alle goede initiatieven die er in Meppel al zijn, worden zo eenvoudig en vraaggericht ontsloten.
  • Mirjam Mascini van de gemeente Utrecht vertelt over de multidisciplinaire aanpak in haar stad. Die loopt langs drie lijnen: Mobility Mentoring (armoede stress aanpakken), het achterhalen van de oorzaken van ongezonde voeding bij armoede en de signalerende rol van de jeugdgezondheidszorg, die alle kinderen en hun ouders ziet. Het idee is om via de kinderen met ouders in gesprek te komen over gezondheid. KidsConsulting onderzoekt in Utrecht hoe je zo’n gesprek op een goede manier kunt voeren.
  • Huub Sibbing van de beroepsvereniging van (wijk)verpleegkundigen VenVN breekt een lans voor meer samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Hij vertelt over een experiment van zorgverzekeraar VGZ met het aankopen van schulden, in de verwachting dat dit uiteindelijk zorgkosten bespaart.
  • Van Tatenhove haakt erop in met een voorbeeld uit Lansingerland. Dankzij goed samenwerken tussen de gemeente en de woningcorporatie worden mensen met huurschuld niet meer uit hun huis gezet, wat uiteindelijk maatschappelijke kosten bespaart.
  • Marcel van Brouwershaven, portefeuilledirecteur Zorgzame Stad in Dordrecht, merkt op dat gemeenten zelf soms onbewust schuldenproblematiek verergeren met strikt incassobeleid en het verhogen boetes en aanslagen als mensen niet meteen betalen. Kortom, de noodzaak met een brede blik te kijken naar armoede en gezondheid krijgt veel weerklank in de zaal.

Een gezonde en veerkrachtige stad
atriumlezing-20180524-6De lezing van Guido Walraven sluit aan op de discussie. Walraven is lector Dynamiek van de Stad bij Hogeschool InHolland.

Het kernpunt van zijn verhaal is dat een gezonde stad een inclusieve en veerkrachtige stad is, en dat dit vraagt om een integrale aanpak. ‘Maar,’ zegt hij, ‘het samenwerken tussen verschillende vakgebieden en sectoren gaat niet vanzelf. Hoe kun je het wel voor elkaar krijgen en wat is de rol van de gemeente?’

Hij zet uiteen dat het erom gaat in te grijpen op het individuele leven van mensen vanuit een totaalbeeld met aandacht voor maatschappelijke, sociaaleconomische en culturele voorwaarden. Waarin allerlei sectoren van belang zijn: onderwijs, werkklimaat, gezondheidszorg, maatschappelijk werk enzovoorts. De samenwerking tussen de sectoren is een klassiek taai probleem, zegt Walraven. Hij citeert een wethouder die hem ooit vertelde ‘het loket van de gemakkelijke oplossingen te hebben gesloten.’ Wat je wel kunt doen? De burger centraal zetten, leren van fouten, werken met een kennis-gedreven aanpak en luisteren naar de ervaringen van professionals op de werkvloer.

‘In het onderwijs is er een klassieke strijd of je specialisten moet opleiden of juist generalisten. Uit Amerika komt nu het idee van de T-shaped professional. Als in de hoofdletter T: iemand die in de diepte is gespecialiseerd in z’n vak en in de breedte enige kennis heeft van andere disciplines. Belangrijke voor bijvoorbeeld het werken in wijken en wijkteams. Daar zie je mensen het plezier in hun werk verliezen omdat ze als generalist hun vak niet meer kunnen uitoefenen.’

Voor gemeenten is er een taak weggelegd om interdisciplinair werken te faciliteren en (als opdrachtgever) te belonen. Dit past in de decentralisaties die gemeenten een steeds grotere rol geven. Walraven haalt de door Kim Putters (SCP) gemunte term verzorgingsstad aan. Hij stelt daarbij een drievoudige agenda voor. Gemeenten staan voor de opgave de kwaliteit van leven te verbeteren. Het grote belang daarvan vraagt versterking van de lokale democratie en van de macht van burgers. Het vraagt ook een meer kennis-gedreven manier van werken.

Platform Stad en Wijk
Ten Dam en Walraven zijn beide aangesloten bij het landelijke Platform Stad en Wijk. Een samenwerkingsverband van lectoraten (onderzoeksgroepen van hogescholen) dat door middel van praktijkgericht onderzoek inzicht verschaft in, en oplossingen aandraagt voor maatschappelijke vraagstukken in stad en wijk, speciaal op het gebied van participatie en veerkracht.

Het platform wil daarbij de beroepspraktijk verbinden aan het beleid, aan burgers en maatschappelijke organisaties, en ook aan de wetenschap. Walraven pleit ervoor dat hogescholen met hun lectoraten enerzijds en steden/gemeenten anderzijds meer met en van elkaar leren. Het Platform biedt zich aan als vraagbaak en als kennispartner van gemeenten. De VNG is eerder al toegetreden als partner van het Platform Stad en Wijk.

Verslag: Marjan Arenoe
Foto’s: Serge Ligtenberg
Afbeeldingen: Joop ten Dam

Meer informatie en leestips

Rutger Bregman (2013) Waarom arme mensen domme dingen doen. De Correspondent.

Joop ten Dam (2018) Presentatie Armoede, stress en gezondheid (pdf-bestand)

Gezond in… (2018) Gids lokale aanpak gezondheidsachterstanden

Maria van den Muijsenbergh (2018) Verschil moet er zijn!

Platform 31 (2018) Inspiratie- en werkboek gezondheid en ruimte.

RIVM (2018) Gids Gezonde Leefomgeving

Raad voor de Leefomgeving & Infrastructuur (2018) De stad als gezonde habitat:
Gezondheidswinst door omgevingsbeleid.

Guido Walraven (2018) Presentatie Een integrale aanpak voor een gezonde, veerkrachtige en inclusieve stad (pdf-bestand)

VNG (2018) Dossier Gezondheidsbeleid

VNG (2018) Dossier Armoedebeleid en schuldhulpverlening

Windesheim (2018) Website Lectoraat De Gezonde Stad.

Windesheim (2017) De Geweldige Wijk: project tegen armoede en achterstand in Meppel.

Een gedachte over “Armoede en gezondheid in samenhang benaderen

Plaats een reactie